Anoek Weertman

Functie

Psychotherapeut, supervisor Schematherapie, VGCt en NVP

Persoonlijke achtergrond

Mijn opleiding en loopbaan ben ik gestart in Maastricht waar ik het voorrecht had om aan de wieg te staan van de implementatie van schematherapie in Nederland en opgeleid te worden door Hannie van Genderen en Arnoud Arntz. Vanaf die tijd ben ik naast uitvoerend behandelaar ook altijd bezig geweest met verdere ontwikkeling van schematherapie en het overdragen van kennis. Na mijn opleiding in Maastricht, een periode bij de Viersprong en een periode gewerkt te hebben in een eigen SGGZ/opleidingspraktijk, werk ik weer sinds een aantal jaar bij de Viersprong binnen een schematherapie deeltijdprogramma voor mensen met ernstige persoonlijkheidsproblematiek.

Motivatie om te trainen

Achterliggende motivatie om te trainen is bij mij vanaf het begin gevormd door de drive om in het directe contact met collega’s te bouwen aan effectieve vaardigheden en het uitwisselen van kennis om zo tot kwalitatief goede behandelingen te komen. Van cursisten krijg ik terug dat ik een veilige leeromgeving weet te creëren en mijn enthousiasme aanstekelijk werkt. Aan cursisten wil ik graag kennis en vaardigheden meegeven op een niveau dat ze inzicht en vertrouwen krijgen in de rode draad van het schematherapeutisch werken en van daaruit creatief kunnen omgaan met situaties die zich voordoen in de behandelkamer zonder “op drift” te raken.

Lidmaatschap(pen)

VSt (supervisor), VGCt (supervisor), NVP (supervisor), VEN (practitioner)

Erkend Supervisor

VSt, VGCt en NVP

Publicaties

  • Arntz, A., Dreessen, L., Schouten, E. & Weertman, A. (2004). Beliefs in personality disorders: A test with the Personality Disorder Belief Questionnaire. Behaviour Research and Therapy, 42 (1215-1225).
  • Arntz, A. & Weertman, A. (1999). Treatment of childhood memories: theory and practice. Behaviour Research and Therapy, 37 (715-740).
  • Arntz, A., Weertman, A., & Salet, S. (2011. Interpretation Bias in Cluster-C and Borderline Personality disorders. Behaviour Research and Therapy, 49 (472-481).
  • De Jong, P.J., Weertman, A., Horselenberg, R., & van den Hout, M.A. (1997). Deductive reasoning and pathological anxiety: Evidence for a relatively strong “belief bias” in phobic subjects. Cognitive Therapy and Research; 21 (647-662).
  • Dreessen, L., Arntz, A. & Weertman, A. (1996). Personality Disorder Belief Questionnaire (version 1.0). Maastricht University: Author.
  • Muste, E.H., Weertman, A. & Claassen, A.M.T.S. (red.) (2009). Handboek Klinische Schematherapie. Bohn, Stafleu van Loghum, Houten.
  • Muste, E.H., Weertman, A. & Claassen, A.M.T.S. (red.)(2009). Werkboek Klinische Schematherapie. Bohn, Stafleu van Loghum, Houten.
  • Weertman, A. (2012). Schematherapie. In: Ingenhoven, Van Reekum, Van Luyn & Luyten (red). Handboek borderline persoonlijkheidsstoornissen. De Tijdstroom, Utrecht.
  • Weertman, A. (2008). Gebruik van experiëntiële technieken voor diagnostiek. In: Van Vreeswijk, Broersen & Nadort (red.). Handboek schematherapie: theorie, praktijk en onderzoek  (pp. 47-56). Bohn, Stafleu van Loghum, Houten.
  • Weertman, A. (2012) The Use of Experiential Techniques for Diagnosis. In: Van Vreeswijk, Broersen & Nadort (red.). Schema Therapy: Theory, Research, and Practice (pp. 91-100). Wiley-Blackwell.
  • Weertman, A. & Arntz, A. (2007). Effectiveness of treatment of childhood memories in cognitive therapy for personality disorders: A controlled study contrasting methods focusing on the present and methods focusing on childhood memories. Behaviour Research and Therapy, 45, 2133-2143.
  • Weertman, A., Arntz, A., De Jong, P.J. & Rinck, M. (2008). Implicit Self- and Other-Associations in Obsessive-Compulsive Personality Disorder Traits. Cognition and Emotion, 22, 1253-1275.
  • Weertman, A., Arntz, A. & Dreessen, L. (2006). Dependent Personality Traits and Information Processing: Assessing the Interpretation of Ambiguous Information Using the TAT. British Journal of  Psychology, 45, 273-278.
  • Weertman, A., Arntz, A. & Kerkhofs, M.L.M. (2000). Gestructureerd Klinisch Interview voor DSM-IV As-II persoonlijkheidsstoornissen.  Lisse: Swets Test Publishers.
  • Weertman, A., Arntz, A., Dreessen, L., Van Velsen, C., & Vertommen, S. (2003). Short-interval test-retest interrater reliability of the Dutch version of the Structured Clinical Interview for DSM-IV personality disorders (SCID-II). Journal of Personality Disorders, 17, 562-567.
  • Weertman, A., Arntz, A., Schouten, E., & Dreessen, L. (2005). Influences of beliefs and personality disorders on treatment outcome in anxiety disorders. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 73, 936-944.
  • Weertman, A. & De Saeger, H. (2008). Indicatiestelling voor schematherapie. In: Van Vreeswijk, Broersen & Nadort (red.). Handboek schematherapie: theorie, praktijk en onderzoek (pp. 35-45). Bohn, Stafleu van Loghum, Houten.
  • Weertman, A. & De Saeger, H. (2012).  Assessment for Schema Therapy. In: Van Vreeswijk, Broersen & Nadort (red.). Schema Therapy: Theory, Research, and Practice (pp. 91-100). Wiley-Blackwell.